
Geografie
Bali ligt ten oosten van het eiland Java en ten westen van Lombok en behoort tot de kleine Sunda-eilanden (de Nusa Tenggara). Het maakt deel uit van de Indonesische Republiek en is gelegen in de Zee van Java, die ligt tussen de verschillende eilanden van Indonesië.
Bali ligt ten noordwesten van Australië, ten zuidoosten van Maleisië, en ten westen van Papoea-Nieuw-Guinea. Ten noorden van Bali bevinden zich de Filippijnen.
Bali wordt van Java gescheiden door de ondiepe Straat Bali, die op het smalste punt slechts 8 km breed is. De bredere Straat Lombok vormt de scheiding met Lombok. Ten noorden ligt de Balizee, in het zuiden de Indische Oceaan.
De hoofdstad van Bali is Denpasar. Het eiland meet 5561 km², en telt ruim 3 miljoen inwoners.

Landschap
Het eiland wordt overheerst door het vulkanisch gebergte; sommige van de vulkanen zijn nog steeds actief. Het letterlijk hoogtepunt is de Gunung Agung met een top van 3142 m boven de zeespiegel. De Gunung Batur, vlakbij het Danau Batur, is 1717 m hoog met een krater van 11 km en 180 m diep.
Het gevarieerde landschap wordt gekenmerkt door weelderige regenwouden, originele kratermeren, snel stromende rivieren en diepe ravijnen. Bali beschikt over hagelwitte stranden in het zuiden, elders zijn de stranden bedekt met grijs of zwart vulkaanzand. Rond het eiland Bali bevinden zich prachtige koraalriffen die zeer geschikt zijn voor snorkelen of duiken.
Het landschap in Bali is ook bekend vanwege haar prachtige terrasvormige, intens groene rijstvelden (sawahs). Verder wordt het landschap gedomineerd door verschillende vulkanen en calderas
Weer & Klimaat
Bali kent een tropisch moessonklimaat. De gemiddelde temperatuur in Bali is ongeveer 30 graden en er is een hoge luchtvochtigheidsgraad. De regentijd (mousson) is van november tot april en er valt gemiddeld 1500 mm per jaar. In de namiddag regent het dan vaak enkele uren zeer plaatselijk, waardoor alles weer opfrist en de temperatuur iets daalt. De meeste regen valt in januari en februari en vooral in bergachtige gebieden. De Indische Oceaan rondom Bali heeft een gemiddelde watertemperatuur van 28 graden Celcius.
Planten
In Bali is nog maar 25% over van de oorspronkelijke vegetatie. Tropische regenwouden vindt je vooral in het noorden van Bali. Kenmerkende bomen van Bali zijn de palmen, rotan en vele soorten ficussen.
Dieren
De meeste variatie in het wildleven is te vinden in de bossen van West Bali. Luipaarden, wilde zwijnen, herten, bantengs (wilde runderen), apen, ossen, slangen hebben daar hun habitat. Verder zijn er op Bali veel vogelsoorten ondermeer de Balinese spreeuw, wielewaal en de geelgekuifde kaketoes. Zeedieren zijn onder andere de groene waterschildpad, garnalen en dolfijnen.
Bevolking en religie
Het aantal inwoners van Bali is ongeveer 3,5 miljoen. De meerderheid van de bevolking van Bali hangt het hindoeïsme aan. Ieder dorp, berg, sawah en woonhuis heeft een tempel. Dagelijks plaatsen de Balinezen offers bij hun eigen huistempel en op de stoep voor hun winkel, om zo de goden gunstig te stemmen en kwade geesten op afstand te houden. Deze offers bestaan uit mandjes van bananenbladeren met daarin rijst, deeg, vruchten, bloemen en brandend wierook.
De belangrijkste tempel van Bali is de moedertempel Pura Besakih, gelegen op de hellingen van de heilige vulkaan Gunung Agung. Hier vinden dagelijks religieuze festiviteiten plaats.
Taal
De officiële taal van Indonesië is Bahasia Indonesia. Deze taal wordt op alle eilanden van Indonesië onderwezen en gesproken. In Bali wordt daarnaast het Balinees (Bahasa Bali) gesproken.
Tijd
De tijd in Bali is GMT + 8 uur. Ten opzichte van België is het op Bali 6 uur later (in de winter 7 uur). Bali ligt slechts enkele graden ten zuiden van de evenaar. Daardoor zijn de dagen bijna steeds 12 uren lang, met de zonsopgang om ca. 6:20 a.m. en een zonsondergang rond 6:30 p.m., afhankelijk van de tijd van het jaar.
de Wallace Lijn
Tussen de eilanden Lombok en Bali loopt de zogenaamde Wallace Lijn. Deze lijn is vernoemd naar de Britse onderzoeker Alfred Russel Wallace die in de 19e eeuw leefde. Hij zocht naar een verklaring waarom de dieren- en plantenwereld in het westen van Indonesië zo verschilt van die in het oosten. Het blijkt dat de eilanden ten westen van deze lijn omgeven zijn door relatief ondiepe zeeën. Deze eilanden waren in een ver verleden verbonden met het Aziatische vasteland. De eilanden ten oosten van de lijn niet. Daardoor komen op de westelijke eilanden Aziatische diersoorten voor en ten oosten van de lijn dieren van het Australische continent.